Antwoorden dia 7 en 8

 

dia 7:

Het tweede zinnetje is een losstaand zinsgedeelte. Wat valt je op als je naar de persoonsvorm en het onderwerp in dit

zinnetje? De pv en het onderwerp staan uit elkaar, er staan zinsdelen tussen. Dit zinnetje is dus niet opgebouwd als hoofdzin,

maar als bijzin en dat is fout.

 

Bedenk bij zin 1 een hoofdzin voor de bijzin en bij zin 2 een hoofdzin na de bijzin.

Bijvoorbeeld...: check of de pv en het onderwerp in je zelfverzonnen zin naast elkaar staan.

Ik val voor geen meter af,  terwijl ik elke dag een uur hardloop.

Terwijl ik elke dag een uur hardloop, geniet ik altijd van de natuur.

 

 

dia 8:

Wat valt je op aan de vetgedrukte gedeelten?

a) Deze gedeelten zijn niet opgebouwd als zin, maar als zinsdeel: de persoonsvorm en het onderwerp ontbreken hier totaal, terwijl de zin erna ook een bijzin is.

 

Bekijk de onderstaande zinnen. Onderstreep alle persoonsvormen en onderwerpen.

1 Het wordt tijd voor een sprint, de tijd van kruipen en stilstaan is voorbij.

2 Complottheorieën zijn er altijd al geweest, zo dachten de inwoners van Rome dat de grote brand van Rome was

    aangestoken door keizer Nero.

3 De gevolgen van complottheorieën zijn niet meer te missen in onze samenleving, een simpel voorbeeld hiervan zijn de in brand

    gestoken 5G-zendmasten.

 

Je hebt hier te maken met twee hoofdzinnen, die onnodig aan elkaar geplakt zijn. De verbetering is op twee manieren

mogelijk. Scheid de zinnen door een punt of gebruik een nevenschikkend voegwoord: en, of, maar, want, dan en dus.

(Let op: heel soms kan en nevenschikkend voegwoord ook onderschikkend gebruikt worden, bijvoorbeeld ‘of’).