antwoorden opdracht onjuist begrenzen

1 Ik heb vanavond mijn koffer ingepakt. Waardoor ik morgen wat langer kan blijven liggen als ik op vakantie ga. 

1b: ...ingepakt, waardoor... / ingepakt. Ik kan daardoor morgen wat langer blijven liggen...

 

2 Ik hoop dat ik mijn vliegtuig haal. Toch denk ik dat ik een risico loop mijn vliegtuig te missen.

2b: zin is goed, pv en onderwerp staan naast elkaar.

 

3 Hij zei: “Ik ga echt niet mee! Omdat ik niet door de blubber wil banjeren.

3b: mee, omdat ... / mee! Ik wil namelijk niet ...

 

4 De overheid wil rokers ontmoedigen. Dit gebeurt op verschillende manieren. Doordat de overheid bijvoorbeeld

overheidscampagnes ontwikkelt.

4b: manieren, doordat... / manieren. De overheid ontwikkelt ...

 

5 Ik denk dat hij niet stopt met roken. Maar de kans is groot dat hij wel last heeft van gewetensnood.

5b zin is goed, pv en onderwerp staan naast elkaar. Omdat 'maar' een nevenschikkend voegwoord is, zou ... roken, maar... ook kunnen.

 

6 De oorzaken van de rellen in Urk zijn niet helemaal duidelijk, maar de schade loopt in de miljoenen.

6b zin is goed, het zijn twee hoofdzinnen (in beide zinnen staan pv en onderwerp naast elkaar), het nevenschikkende voegwoord 'maar' verbindt de twee hoofdzinnen.

 

7 Mijn vriend zat zich tijdens de online lessen te vervelen. Achter zijn bureau.

7b 'achter zijn bureau' is een zinsdeel. Er zit geen pv en onderwerp in. ... vervelen, achter zijn bureau. Dit zinsdeel kan ook achter 'zat zich' geplaatst worden: ... zat zich achter zijn bureau ... 

 

8 Mijn data was aan het eind van de maand op, ik kon daardoor niet meer op Netflix.

8b twee hoofdzinnen, een nevenschikkend voegwoord mist, dus fout. ... maand op. Ik kon... / ... maand op, dus ik kon...

 

9 Soms regent het erg hard, dan wil ik eigenlijk in bed blijven liggen.

9b twee hoofdzinnen, maar het nevenschikkende voegwoord 'dan' verbindt. Dus: goede zin.

 

10 Het gamen kan soms aardig verslavend zijn, ik ken verschillende vrienden die altijd tot half drie in de nacht doorgaan.

10b: twee hoofdzinnen, een nevenschikkend voegwoord mist, dus fout. ... zijn. Ik ken ... / zijn, want ik ken...