Oefening 1: pleonasme of tautologie?

1 Doelbewust heeft hij, nadat ik hem niet had geholpen, mij expres laten struikelen. 

tautologie (allebei bijwoord)

 

2 Aan het einde van de voorstelling daalde het gordijn langzaam naar beneden.

pleonasme (werkwoord + (vz) bijwoord)

 

3 Bovendien heeft hij gisteren ook het huiswerk van mij overgeschreven.

tautologie (allebei bijwoord)

 

4 Hij heeft zijn werk vorige week weer hervat.

pleonasme (bijwoord + werkwoord)

 

5 Marten heeft al verschillende keren reeds zijn vrienden in de steek gelaten.

tautologie (allebei bijwoord)

 

6 Toen wij op vakantie waren, stelden onze buren als eis dat we niet te veel herrie moesten maken.

pleonasme (zelfstandig naamwoord (de eis) + werkwoord)